Kerk, kom uit uw kot: een nieuwe tijd voor hagenpreken?

Het kan nog even duren voordat missen, kerkdiensten of religieuze samenkomsten in het algemeen terug mogelijk zijn. En als die worden toegestaan, is er dan een plan voor de heropstart, zoals bij bedrijven?

Een snelle risicoanalyse leert dat er wel wat moet gebeuren. Hoewel verschillend naar gelang de kerk (het gebouw) of de geloofsgemeenschap, zijn de meeste van de volgende risico-elementen aanwezig:

  • een oudere, kwetsbare populatie
  • langere tijd in dezelfde ruimte
  • luid spreken vanaf een pepiter of kansel
  • de aanwezigen zingen
  • kerkbanken zijn moeilijk te manipuleren
  • één in/uitgang
  • beperkte verluchting, ventilatie
  • nabijheid en hygiëne bij de bediening van eucharistie of delen van brood en wijn

Hoe beperken we deze risico’s? Als we weten dat samenkomen in de openlucht minder risico draagt dan samenhokken in een besloten ruimte, waarom niet terug naar ‘hagenpreken’?

Hagenpreken

Een hagenpreek is (volgens wikipedia) een preek (homilie) in het open veld in de eerste tijd van de Reformatie. Het woord werd voor het eerst gebruikt in 1619. Deze werden in de Nederlanden veel gehouden door calvinisten vanaf 1562, omdat openlijke geloofsuitoefening hen verboden was. Het sermoen van Gelein Damman in Boeschepe wordt doorgaans beschouwd als de eerste hagenpreek. Door de harde repressie bleef het daar enkele jaren bij, tot Sebastiaan Matte op 26 mei 1566 preekte in Roesbrugge. Nabij de duinen van Dishoek op Walcheren vond in 1562 de eerste beeldenstorm als gevolg van een heftige hagenpreek in Zeeland plaats. In hetzelfde jaar werd in het dorp Zemst eveneens een hagenpreek gehouden. Vandaar bedreigden de protestanten de katholieke status quo in zowel Mechelen, Vilvoorde als Brussel. De Lutheranen hielden in de 16de eeuw onder andere op het Kiel bij Antwerpen hagenpreken.

Tijdens de opstand van de Vlaamse boeren tegen de Franse bezetter, de zgn. Boerenkrijg van 1798, hielden ondergedoken priesters ’s nachts vaak verboden missen, vooral in de dorpen en kleinere gemeenten. Zij hadden immers geweigerd de eed van ’trouw aan de republiek en haat aan het koningschap’ af te leggen en kregen geen parochie meer toegewezen. Deze missen worden soms verkeerdelijk hagepreken genoemd.

Een goede indruk van zo’n hagepreek krijgt men van de bekende gravure van Frans Hogenberg uit Mechelen (afbeelding uit het Stedelijk Prentenkabinet Antwerpen). Lees het artikel over hagepreken op de website van protestants voorganger Dick Wursten www.dick.wursten.be/hagepreek.htm